50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI
Een tussenjaar aan de Vrije Hogeschool? Dat was het idee van mijn vader.
Interview door Maaike Haasnoot
Wytzia Soetenhorst zat op het Haags Montessori Lyceum en wilde graag Theaterwetenschappen studeren. Helaas werd ze daarvoor uitgeloot. Toen introduceerde haar vader de Vrije Hogeschool in Zeist en zei: ‘ga maar het propedeutisch jaar doen’. Het Liberal Arts Tussenjaar heette toen nog zo. Wytzia had er zelf nog nooit van gehoord.
“Mijn vader stelde de Vrije Hogeschool voor in een tijd waarin je als kind nog gewoon deed wat je ouders zeiden. Voor mij was het geen bewuste keuze. Toch vond ik het vanaf de eerste dag heel leuk. Hoewel ik helemaal niets had met de antroposofie, kreeg ik direct het gevoel dat ik daar op mijn plek was.”
Wytzia herinnert zich de eerste dag in 1983 nog goed. “We startten met een groep van honderdtwintig studenten. We werden ingedeeld in groepen van twintig studenten met een vaste mentor. Ik zat in de groep die Dineke en Ton als mentor had. Ton ging uiteindelijk weg. Hij ging de priesteropleiding in Duitsland volgen. Dineke bleef het hele jaar. Wij waren op dol op haar. Dineke was een paar jaar ouder dan wij, samen hebben we veel gedaan en lol gehad. Wij woonden in de omgeving van Zeist, zelfstandig of op kamers bij een hospita. Overdag was je op school en daar aten we ook met elkaar. In de ochtenden volgden we colleges en in de middag werkten we aan projecten.”
“Een van de projecten was het toneelstuk De Storm van Willem Shakespeare. Geweldig mooi om te doen. Als ik daarop terugkijk, realiseer ik mij hoe bijzonder dat is geweest. Dat er voor zo’n ingewikkeld stuk zoveel tijd werd genomen. Maar het leek alsof het de normaalste zaak van de wereld was. En ja, ik was zelf ook een soort modelleerling. Ik zoog alles op en vond het allemaal leuk.”
Een ander project waar Wytzia warme herinneringen aan heeft, is het fietsenproject. “Tijdens dat project was je eigenlijk gewoon de hele dag banden aan het plakken. En juist dat was zo gezellig. Het gaf een gevoel van saamhorigheid om zo met elkaar bezig te zijn. Iedereen deed mee. Verder volgden we kunstlessen zoals pottenbakken en aquarelleren. Er was ook filosofie, een vak dat ik op de middelbare school nooit had gehad.”
“Het hele jaar voelde alsof je een jaar op kamp was, volledig vrij van zorgen.”
Met alle groepen uit het jaar ging Wytzia op werkweek naar een Waddeneiland. “Neem je eigent tent mee... Zo ging het. We aten gezamenlijk nadat we de hele dag hadden gewerkt in een bos. Het was een fantastische tijd. Het hele jaar voelde alsof je een jaar op kamp was, volledig vrij van zorgen. Er waren geen proefwerken of examens die je moest halen. Niets was verplicht en toch deden we aan alles mee. Ik kan me niet herinneren dat ik ook maar een college heb overgeslagen.”
“We waren niet in alles serieus hoor. We beleefden ook plezier aan het afzetten tegen zaken. Alle studenten hadden corvee. Denk aan keukenhulp of afwasdienst. Als wij dan haver moesten eten, dienden we dat hinnikend op. Haver was een straf. Met een paar vrienden hadden we de schnitzelclub waarmee wij eens per week schnitzels bakten. Op de VH aten we verder bijna nooit vlees. Ook dook ik vaak met mijn beste vriend Just Schimmelpenninck de kroeg in. Whiskey drinken en flipperen.”
“We hebben ook heel veel lol gehad tijdens een avond die wij organiseerden voor onze hospita’s om hen te laten kennismaken met dat wat er op de VH allemaal speelde. Er waren genoeg studenten die een instrument bespeelden en zingen konden we allemaal wel. Onder leiding van muziekdocenten Victor Muller en Wolf Eekhof gaven we onze gasten die avond de light versie van de antroposofie mee. De aanwezigen wisten niet wat ze meemaakten en waren oprecht verbijsterd. Je zag hen denken: ‘wat een rare club is dit’.”
“Na mijn eigen jaar was ik nog betrokken bij een toneelproductie van de Vrije Hogeschool. En daar ontmoette ik mijn man.”
De lessen Euritmie gingen volledig langs Wytzia heen. “Het enige wat ik mij daar nog van herinner is dat we in een kring stonden en je de hele tijd een stok moest doorgeven. Je mocht absoluut niet lachen. Uiteindelijk waren we door alle stokken heen en stopte het. Daarna zag ik een jongen die bijna krom stond van alle stokken die hij had opgevangen. Dat beeld was zo grappig, dat vergeet ik nooit meer.”
“Mijn medestudenten uit die tijd hadden wel allemaal een soortgelijke achtergrond. Veelal kinderen die gymnasium of VWO hadden gedaan. Het was allemaal zo wit als maar zijn kan. Het woord ‘inclusief’ zoals wij daar nu maatschappelijk bewust naar kijken, kenden wij toen niet. Voor sommigen die het hoge collegegeld niet konden betalen was er een beurs. Ik herinner mij nog een feest dat wij voor alle ouders hebben georganiseerd om geld op te halen voor het fonds. Op iedere stoel was toen een muntdropje gelegd met het idee dat mensen niet op hun geld moesten blijven zitten.”
“Tijdens mijn jaar waren er twee studieadviseurs met wie je kon praten over vervolgstappen na de Vrije Hogeschool. Er werd heel goed met je meegedacht over jouw toekomst en mogelijke vervolgopleidingen. We bezochten met elkaar veel open dagen van universiteiten en hogescholen. Ik wist wat ik wilde, maar helaas werd ik voor de studie Theaterwetenschappen opnieuw uitgeloot.”
“Ik ben uiteindelijk Maatschappijgeschiedenis gaan studeren aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Deze studie bood ook ruimte voor stages bij een krant of een radiostation. Ik ben goed toegerust het studentenleven in gegaan door de stevige basis die tijdens het tussenjaar aan de VH is gelegd. Ik heb in dat jaar vooral geleerd om open te staan voor anderen en achter elk mens zijn of haar verhaal te zoeken. Het heeft mij een stevig fundament gegeven richting zelfstandigheid en een basis voor mijn leven. Na mijn eigen jaar was ik nog betrokken bij een toneelproductie van de Vrije Hogeschool. En daar ontmoette ik, via Dineke, mijn man. Liefde op het eerste gezicht. We zijn nog steeds samen en hebben inmiddels twee kinderen. Onze zoon is vernoemd naar Just, mijn beste vriend, die ik tijdens mijn jaar op de Vrije Hogeschool heb ontmoet.”
Meer portretten