50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI

Marie Anna Winter

Marie Anna Winter (1986) woont in Californië en is relatie- en liefdescoach. Haar werk bestaat uit 1-op-1 coaching, en het maken en faciliteren van internationale programma’s voor vrouwen en stellen. Haar coaching methodologie is gebaseerd op principes uit de gehechtheidstheorie, geweldloze communicatie, moderne neurowetenschappen en psychologie, trauma bewustzijn, tantrische filosofie en intuïtieve begeleiding. Ze zat in 2005-2006 op de Vrije Hogeschool.

Ik verlang naar een plek waar ik dicht bij de natuur leef.

Interview door Joan Zijerveld

Marie’s verlangen om los te komen van de kapitalistische wereld komt al vroeg naar boven. Wanneer zij na het overlijden van haar vader een ‘healing biotoop’ in Portugal bezoekt, ontmoet ze de Amerikaanse Troy, die haar idealen deelt. In Hawaï werken ze samen aan een kleine gemeenschap waarin mensen met liefde voor elkaar en de natuur samenleven. Het is niet zonder tegenslagen, maar op de Vrije Hogeschool had Marie al geleerd dat de weg die je kiest belangrijker is dan het doel.

Utopia was een project van Frans-Jozef van Nispen, mijn docent op de Vrije Hogeschool. Op het pamflet schreef ik hoe mijn ideale wereld eruit zag. Een gemeenschap, waar mensen in liefde met de natuur en elkaar samenleven. Mijn docent reageerde: ‘Het is best lastig om zoiets te verwezenlijken.’

Tien jaar later reis ik naar Hawaï. Op een strand van gestold lava vertelt een vriend over zijn droom om een dorp te bouwen. Een plek waar mensen in liefde met elkaar en de natuur leven. In een kleine gemeenschap verbouwen mensen eten, zorgen zij voor ouderen en onderwijzen de kinderen. Er is zoveel liefde en integriteit in zijn woorden. We praten verder op het zwarte strand en eten de door hem meegenomen avocado’s en bananen. Op dat moment weet ik dat ik met hem iets wil creëren. Is zo’n gemeenschap haalbaar? Bij ons beiden is er een verlangen om los te komen van de kapitalistische wereld.

Het zaadje was eerder geplant, bij het sterfbed van mijn vader. Ik bezocht samen met mijn ouders mijn zusje in Padua. Mijn vader wordt ‘s nachts ziek met hoge koorts. Eenmaal thuis houdt de koorts aan en mijn vader valt kilo’s af.

In de nabijheid van de dood voel ik me levend.

Mijn vader heeft verzorging nodig. Vooral ‘s nachts vanwege de hoge koorts. Samen besluiten we voor hem te zorgen. Geen ziekenhuis. In deze periode wonen we weer met elkaar in een eigen bubbel van het ouderlijk huis. Een afscheid van iemand die zo dichtbij je is, dat is een groot afscheid. Mijn vader heeft pijn en dat maakt het moeilijk. Toch vind ik het een bijzondere ervaring. In de nabijheid van de dood voel ik me levend. In contact met het leven, met het moment, de kostbaarheid en schoonheid van het leven. 

Mijn vader verandert. Ik lees ‘Het Tibetaanse boek van leven en sterven’. Hij is nieuwsgierig. Eerder was mijn vader nooit geïnteresseerd in spiritualiteit. Hij is opgeleid als geschiedenisdocent en werkte als schoolleider bij het Montessori Lyceum in Amsterdam. Hij stond met beide benen op de grond. Nu ligt hij in een ziekenhuisbed in zijn eigen woonkamer en luisteren we samen naar het Tibetaanse audio-boek. En dan praten we erover. Nu ik zijn proces van dichtbij meemaak, besef ik dat er veel is dat er niet toe doet.

In deze periode werk ik in Amsterdam als sociaal pedagogisch hulpverlener in de jeugdpsychiatrie. Mijn dagen zijn lang en snel. Overdag koffie en ‘s avonds feestjes. Het put mijn lichaam uit. De ondersteuning van jongeren geeft voldoening. En toch klopt er iets niet: de manier waarop de psychiatrie de mens en zijn ‘stoornis’ of ‘ziekte’ ziet. Ik wil mensen op een andere manier helpen.

Na het overlijden van mijn vader neemt een vriendin me mee naar Tamera, een ‘healing biotoop’ in Portugal. In deze gemeenschap staan natuur en mens centraal. Hier leven mensen op een andere manier samen. De gemeenschap beslist gezamenlijk over landgebruik en wat goed is voor het individu en de onderlinge relaties. Het is daarbij niet vanzelfsprekend dat partners exclusief en de rest van hun leven bij elkaar zijn. Het is anders dan een leven met een gezin, een huis en hypotheek. Voor mijn gevoel kom ik thuis.

Weer terug in Nederland ontdek ik een plek om jongeren op een andere manier te helpen. Bij een jeugdinstelling op de Veluwe krijgen kinderen met problemen hulp en ontspanning. Het is een rol die me past. Met mijn hulp ervaren kinderen hoe zij contact maken met paarden, mensen en zichzelf. De jongeren herstellen de verbinding met zichzelf én met de natuur. Mijn paard krijgt er ook een plek.

De relatie heeft een eigen intelligentie en een eigen bewustzijn.

In 2015 verblijf ik vier maanden in Portugal bij de healing biotoop en ontwikkel ik, samen met de gemeenschap, een natuurlijk trainingsprogramma voor paarden. In één van die weken ontmoet ik Troy, een Amerikaan die er op bezoek is. Als ik Troy een jaar later tijdens mijn reis naar Hawaï bezoek, ontdek ik hoe onze idealen op elkaar lijken. We dansen en praten op het strand en ik vraag me af hoe realistisch het is om zelf een gemeenschap te bouwen. Ben ik onderdeel van die droom? Ik verlang naar een plek waar ik dicht bij de natuur leef. We besluiten om het samen te proberen. 

Troy en ik komen in contact met Jack, een oudere man met ‘community ervaring’. Hij deelt onze visie en bezit een stuk grond van vijftig hectare. We verbouwen eten op zijn land en na een tijdje kopen we een kudde schapen. Er zijn bezoekers die weken en soms maanden bij ons ‘logeren’. Zij helpen op het land in ruil voor hun verblijf. In het weekend organiseren we koppelretraites. We leven intensief in verbinding met de natuur. Een ooi verdraagt onze nabijheid als ze bevalt van een lammetje.

Vlak daarna bezoeken Troy en ik een festival. In die nacht doodt een roedel wilde honden het pasgeboren schaapje, haar moeder en enkele andere schapen. We verzorgen de gewonde schapen en dienen antibiotica toe. Schapen die niet meer te redden zijn, doden we zelf. Hulp van een dierenarts is kostbaar, omdat het een afgelegen gebied is en moeilijk te bereiken. Een week later komen de honden terug en nemen nog eens vijf schapen te grazen. Het is duidelijk. Het project is te groot is voor ons tweeën. Na twee jaar ben ik uitgeput en verlang ik naar een pauze.  Troy verwerkt teleurstelling op een andere manier dan ik. Hij heeft behoefte om zelfstandig andere mogelijkheden te ontdekken. We weten allebei dat er ruimte nodig is voor onszelf. Troy vertrekt naar Amerika. De afstand tussen ons wordt groter en ik weet niet meer of we nog hetzelfde willen.

Als Troy terugkomt naar Hawaï, schakelen we hulp in van de gemeenschap: Jack en onze vrienden met wie wij samenleven. Zo doen we dat. De oplossing voor onze relatieproblemen is er niet direct. Er is tijd nodig. Als er anderen zijn betrokken, dan is er een groter draagvlak. Anderen overzien de belangen van de individuen en de relatie. Het gevoel van veiligheid is groter. Wanneer er meer ruimte is, komt de oplossing. De relatie heeft een eigen intelligentie en een eigen bewustzijn.

Ik vertrouwde er niet op dat er echt liefde was.

Aanvankelijk had ik moeite om in romantische relaties te blijven, met name als het moeilijk werd. Het is een psychologisch beschermingsmechanisme; niet weten hoe in conflict te zijn en door conflict heen te bewegen. Ik vertrouwde er niet op dat er echt liefde was van de ander voor mij. Waarom? Uit angst dat als je me helemaal zou kennen, je niet bij me zou zijn. Die angst is nu geen drijfveer meer. Ik voel dat we in meer vrijheid, verbinding en liefde kunnen leven dan wat we nu doen, daarom kies ik voor een andere samenlevingsvorm.

Troy en ik zijn nu samen en praten over een toekomst met kinderen. Ik voel me meer verbonden met hem omdat ik vertrouw op zijn liefde. Op dit moment zijn er geen romantische relaties met anderen maar onze keus voor een vrije liefde is niet voorbij. Ik geloof dat er op een dag weer andere relaties zijn. 

Op de Vrije Hogeschool leerde ik dat er eindeloos keuzes zijn. Je kiest zelf je weg in het leven en mijn weg hoort bij mij. Die openheid is essentieel om niet in ideologieën zoals polyamorie, monogamie of kapitalisme vast te zitten. Ik weet nu dat wat ‘ideaal’ is, niet vaststaat. Idealen creëer je elke keer opnieuw.

Het idee van samenleven is simpel geworden, en minder groots dan een healing biotoop. We maken een plek waar wij ons fijn voelen. Waar we anderen helpen door een voorbeeld te zijn. We hopen dat door in het klein in liefde samen te leven, we positief bijdragen aan de grootse veranderingen in de wereld.

Meer portretten