50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI
Uiteindelijk ben ik nu iemand die de hele dag met vrienden over gevoelens zit te emmeren.
Interview door Tanja Speek
Nathalie gaf haar baan bij het tv-bedrijf van Theo van Gogh op en vertrok naar New York, maar na slechts twee maanden kwam ze ontslagen en gedumpt weer terug naar Nederland. Sindsdien is ze langzaam een ander mens geworden. Ze leerde op zichzelf te staan, schreef de roman ‘Miss America’ over haar belevenissen, en koos na veel twijfels toch voor het moederschap.
Ze zou een tien worden, daar in New York. Haar grote liefde, een succesvolle advocaat achterna en werkend bij Max Westerman, correspondent in Amerika voor RTL4. Ze gaf er haar baan bij het tv-bedrijf van Theo van Gogh voor op. Ik ging hier weg met “Nou jongens, ik ga emigreren. Tot nooit.” Maar dat liep anders. Na twee maanden vloog Nathalie Huigsloot terug naar Nederland, ontslagen en gedumpt.
Ik had me naar binnen gebluft bij Max Westerman. Ik sprak gebrekkig Engels. Als iemand een verhaal tegen mij vertelde over zijn paard, dan ging ik verder over de hond. Max zag mijn handicap goed. Hij zag ook dat ik gedrogeerd van de oxazepam naast hem zat in het vliegtuig, ik was doodsbang om te vliegen. En hij gooide op een gegeven moment een bos sleutels naar me toe, van: “Rij jij die auto even voor”, moest ik zeggen dat ik geen rijbewijs had. Westerman bleek bovendien geen makkelijke om voor te werken. Veeleisend en onbeschoft tegen zijn personeel.
Het maakte mij zo pijnlijk duidelijk wat er allemaal mis was.
Na twee maanden kreeg Nathalie te horen dat haar contract ophield. Diezelfde avond ging ze met haar grote liefde en een bevriend stel op stap. We gingen naar een café waar het bedienend personeel af en toe zong achter de microfoon. Zij van dat andere stel, stapte toen ook achter de microfoon. Iedereen viel stil, ze bleek waanzinnig goed te kunnen zingen. De mannen gaven elkaar een high five, “Yeah, she’s your woman”. Daar zat ik dan, net ontslagen. Het maakte mij zo pijnlijk duidelijk wat er allemaal mis was. De volgende ochtend heb ik mijn spullen gepakt en ben ik vertrokken. Ik was een man achterna gegaan met bindingsangst, en ik ging dat niet rechtzetten. Ik maakte een relatie uit, die al uit was.
Terug in Nederland ging Nathalie in therapie. Daar was ik voor New York al mee begonnen. Die vrouw zei nog, “Je moet eerst eens op jezelf staan.” Vanaf dat moment ben ik langzaam een ander mens geworden. Ik heb acht jaar bij haar in therapie gezeten. Vroeger vond ik gezin en moeder worden allemaal suf en burgerlijk. Ik was als kind een tomboy, wijde broeken en truien. Ik zorgde ook slecht voor mezelf, had altijd een troeperig huis. Overal pizzadozen. Eten koken, in je eentje thuis zijn. Dat heb ik allemaal moeten leren. Vrienden zeiden me, “Moet jij niet in therapie?” Ik zag het eerst niet, ik had toch een Bona-jeugd achter de rug. Ook in haar jaar op de Vrije Hogeschool vond ze het lastig om dieper naar haar gevoelens en dromen te kijken. Daar stond ik toen nog zover vanaf. Uiteindelijk ben ik nu iemand die de hele dag met vrienden over gevoelens zit te emmeren. Ergens is daar een zaadje geplant.
In haar tijd in New York, mailde Nathalie haar vrienden over haar belevenissen. Eén vriend stuurde het door naar een literair agent. De verhalen werden een roman: Miss America, over Madelief die voor de liefde naar New York trok en ging werken bij de tirannieke correspondent Lex Oosterboer. Even hoopte ik zo alsnog die tien te worden, met een bestseller. Het heeft tijd gekost om dat af te leren, die gedachte dat je een tien moet zijn zodat mensen van je kunnen houden.
Het werd gelijk een maatschappelijk debat, het was geen privéaangelegenheid meer.
Een boekpresentatie volgde. Zelfs Theo van Gogh was aanwezig. Een dag later lag mijn boek in de winkels. Het was de dag dat Theo vermoord werd. Ik zat ‘s ochtends in de taxi, onderweg naar een fotoshoot voor een interview. Ik hoorde het op de radio. Eerst was nog niet zeker of het Theo was, dus ik belde een collega. Die belde me terug, terwijl ik in de grime zat. Het was echt waar. Theo. Ik was net opgemaakt, de grimeur moest steeds weer opnieuw beginnen.
Zijn moord was zo onwerkelijk. Het werd gelijk een maatschappelijk debat, het was geen privéaangelegenheid meer. Daardoor raak je het contact met de realiteit ervan kwijt. Het komt verder van je af te staan. Ik werkte graag met hem samen. Het is de liefste man voor wie ik gewerkt heb. Altijd dankbaar. Als je gasten voor hem had geregeld kwam hij even dankjewel zeggen, als je een fout maakte dan loste hij die voor je op. Echt een hele lieve man.
Door haar roman werd Nathalie gevraagd voor een serie columns in de Volkskrant en pittige interviews voor tijdschrift Blvd. Zo kwam een omslag van televisiewerk naar freelance schrijfwerk. Mijn eerste interview was met Joost Zwagerman. Ik stelde vragen als, “Heb je de erogene zone in je anus al ontdekt?” Ik was altijd bang dat ik niet goed genoeg was. Die angst was groter dan de angst om een brutale vraag te stellen. Dat heeft me wel geholpen.
Het is enger om van iemand te houden die ook van jou houdt.
Na New York sprak Nathalie weer af met haar eerdere relatie, Paul, met wie ze nu nog steeds samen is. Dat werd echt een andere relatie dan hoe het daarvoor was. Gelijkwaardiger. Dat vond ik eerst lastig. Het is enger om van iemand te houden die ook van jou houdt. Bovendien moest ik leren alleen te zijn van mijn therapeut.
Daarna twijfelde Nathalie nog lang over een kinderwens. Ik dacht dat ik totaal niet geschikt was voor het moederschap, bang dat ik niet van een kind zou kunnen houden. Paul wilde wel. Ik bleef op zoek naar het antwoord. Het werd steeds meer een thema in mijn interviews met anderen. En die zeiden dan bijvoorbeeld: “Nathalie, het grote geluk zit in jouw buik.” Ik maakte lijstjes met sterktes en zwaktes, maar zag meer nadelen dan voordelen. Het voelde als een grote gok om er voor te gaan. Op mijn veertigste werd ik zwanger. De hele zwangerschap bleef ik angstig. Zwangere vriendinnen zeiden dan, “Ik hou nu al zoveel van mijn kind.” Ik kon me er niets bij voorstellen.
De baby kwam ter wereld met een keizersnede. Dan nemen ze je baby eerst even weg. Ik weet nog precies het moment dat ik haar hoorde, ze huilde op een manier dat ik dacht, “Oooh wat een lief huiltje.” Ik was dolverliefd op haar. Maar ik was ook zo blij dat het werkte, dat de natuur zijn werk deed, dat ik gelijk van haar hield. Ik had goed gegokt. Ze is nu twaalf. Ik vind niets leuker dan een paar dagen met mijn dochter op stap zijn. Madelief heet ze.
Meer portretten