50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI

Titia Bouwmeester

Titia Bouwmeester (1968) is beeldend kunstenaar en theatermaker, en woont in Amsterdam. In 2004 richtte ze 5eKwartier op, een theatergezelschap waarmee ze locatievoorstellingen maakt over mensen die hun weg zoeken in een veranderende wereld. Sinds 2020 is ze ook vegetarisch chef-kok, waarmee ze smaak toevoegt aan haar voorstellingen. Ze volgde in 1984 het tussenjaar op de Vrije Hogeschool.

Wankelen is waar het leven om gaat, weet ik nu.

Interview door Joëlle van den Meiracker

Theatermaker Titia Bouwmeester was 23 toen zij solliciteerde bij Dogtroep, een theatergezelschap dat internationaal furore verwierf met grootschalige locatievoorstellingen. “Ik begon als jongste leerling en werd artistiek leider.” 

Na de kunstacademie zat ik in mijn atelier in Amsterdam en dacht ik: wat moet ik hier. Ik miste interactie met mijn publiek. Kunst ontstaat uit de wisselwerking tussen publiek en maker. Ik liet mijn schilderijen zien aan Dogtroep. Hun reactie? Leuke kleuren, maar wat kun je nog meer? Mijn eerste opdracht werd… koken voor de crew. Ik was op mijn plek.

Het hoogtepunt was een voorstelling in theater Carré. Normaal gesproken speelden we buiten op plekken als fabriekshallen en scheepswerven. Toen nodigde Carré ons uit. Daar stonden we dan: de anarchisten van het theater in het heiligdom Carré. We hebben dat imago ook benut. Het eerste wat we deden was een monumentale klok in het theater hangen en het puntje van de klepel uit het dak laten steken. Je zag van ver dat er daar iets gaande was. Ik word er nu nog blij van.

Laten we iets groots en meeslepends maken.

Hoewel we het allemaal spannend vonden en het eigenlijk een maatje te groot voor ons was, plaatsten we de voorstelling als visioen op de horizon. Threes Schreurs, de toenmalig artistiek leider, wist ons allemaal uit de tent te lokken om het beste van onszelf te laten zien. Ik heb toen dingen gemaakt waar ik nu nog steeds trots op ben. Het was moed grenzend aan overmoed, maar het was geweldig. Bij Dogtroep heb ik geleerd dat niets onmogelijk is en je altijd vol moet gaan voor je dromen. Deze mentaliteit heb ik daarna ook altijd toegepast in mijn leven en werk. Het is waar ik mijn grootste geluk in vind.

Zat er ook een keerzijde aan die overmoed?  

Overmoed maakt ook dat je veel van jezelf vraagt, te veel soms. Uiteindelijk ben ik zelf artistiek leider geworden bij Dogtroep. Dat was geen makkelijke tijd. Er waren veranderingen in het gezelschap geweest en we wilden doorgaan op hetzelfde hoge niveau. Dat had wel te maken met die overmoed: we kunnen dit gewoon en laten we iets groots en meeslepends maken. In diezelfde tijd werd ik ook moeder en had ik ook daar tijd en aandacht voor nodig, in combinatie met werken op turbostand. Bovendien had ik er geen rekening mee gehouden dat er als leider ook allerlei andere mechanismen gingen spelen, zoals macht. Ik had niet de ervaring om met macht om te gaan en met een situatie die niet meer harmonisch was. Ik heb het vier jaar succesvol gedaan maar ben uiteindelijk wel overspannen en doorgedraaid weggegaan. Het verlaten van Dogtroep was misschien wel de grootste crisis uit mijn leven. Alles viel weg: mijn familie, vrienden, podium en taal.

Je raakte alles kwijt. Hoe ben je toen weer opgekrabbeld?   

Ik voelde een enorm verdriet dat ik geen onderdeel meer was van de makersfamilie, was in diepe rouw over dat verlies. Achteraf denk ik dat ik er ook wel snel overheen ben gestapt. Ik dacht: als het daar niet kan, dan ga ik het ergens anders doen want stilstaan dat hoort niet bij mij.

Na een aantal jaren hard werken raakte ze voor de tweede keer overspannen. Ik was boos dat me dit weer was overkomen; weer de stoppen eruit gesprongen. Dit keer was het ernstig en moest ik een tijd herstellen bij de Borg, een antroposofische instelling in Haarlem. Daar kwam ik in een gemeenschap van mensen die allemaal de verbinding met zichzelf kwijt waren.  

Op een winterdag, tijdens het schoffelen in de tuin van de Borg, ontstond er een bijzonder gesprek over wat er met een ieder van ons aan de hand was. Allemaal bleken we te ver afgeweken van wie we als kind waren. In mijn jeugd heb ik me vooral gespiegeld aan mijn vader. Mijn vader is iemand die vanuit wilskracht en ratio leeft. Mijn moeder daarentegen is iemand die handelt vanuit intuïtie en in gevoel en ervaring haar kracht vindt, maar zij was ook vaak overspannen. Ik dacht daarom altijd: die intuïtie en emotie moet je ver van blijven. Bij de Borg heb ik geleerd dat ik in mijn leven dat deel van mezelf heb achtergelaten en weer moest ophalen om heel te worden en met een nieuwe balans in het leven te staan. Dat heeft mij totaal veranderd.

Ik ben beter naar mezelf gaan luisteren en heb omarmd dat ik het soms ook niet weet en mag zoeken. Bottom line is: blijf altijd dicht bij je eigen intuïtie, anders bestaat er een kans dat je ambitie een wissel trekt op jezelf en je van jezelf vervreemd raakt.

Ik ben wankelen gaan zien als een beweging die leidt tot herontdekking van jezelf.

En hoe heeft het je werk beïnvloed?   

Als theatermaker kies ik onderwerpen die dicht bij mezelf liggen. Ik wilde iets doen met mijn eigen gevoel van ontworteld zijn, alles kwijtraken en jezelf opnieuw uitvinden.

In 2004 richt Titia samen met haar man en artistiek partner Ted 5eKwartier op. De voorstellingen gaan over gemeenschappen in transitie. We hebben een voorstelling gemaakt in de Slachthuisbuurt in Haarlem waar we werkten met allemaal verschillende groepen mensen in die wijk die eigenlijk allemaal vervreemd waren van hun omgeving. Migranten, winkeliers die hun winkels kwijt waren, fabieksarbeiders die hun baan verloren. Al deze mensen zaten op een kantelmoment tussen de ene sociale gemeenschap en een nieuwe sociale gemeenschap.

Ik zie dat het voor mijn publiek helend is om te zien hoe andere mensen worstelen met dezelfde vraag. Arbeiders kijken naar een jonge Marokkaanse vrouw die net verhuisd is en denken: wat zij meemaakt heb ik precies hetzelfde. Door mijn voorstellingen ben ik anders gaan kijken naar momenten van wankelen. Ik ben wankelen gaan zien als een beweging die leidt tot herontdekking van jezelf. Deze momenten hebben dus waarde. Sterker nog: het leven ís wankelen en door te wankelen bepaal je als mens telkens opnieuw je eigen identiteit. 

De druk op jonge mensen tegenwoordig is ongelofelijk groot. Je moet jezelf als merk in de markt zetten voordat je überhaupt nog bent begonnen met zoeken.

Welke adviezen zou je jonge mensen willen meegeven?

Ik wil jonge mensen uitnodigen binnen mijn motto van wankelen en durven twijfelen. Allereerst mijn eigen kinderen, die nu aan het begin van hun carrière staan. De druk op jonge mensen tegenwoordig is ongelofelijk groot. Je moet jezelf als merk in de markt zetten voordat je überhaupt nog bent begonnen met zoeken. Ik was laatst op de Dutch Design week. Al die jonge mensen proberen middels hun producten bij te dragen aan grote maatschappelijke opgaven. Ik vond het confronterend om te zien hoe individueel ze allemaal bezig zijn. Terwijl de opgaven van deze tijd groot zijn en de verwachtingen hoog.

Ik denk terug aan mijn tijd op de Vrije Hogeschool. Piepjong waren we. Ik weet nog dat we een cursus ‘boomchirurgie’ kregen en filosofie. Dingen waar ik anders nooit mee in aanraking was gekomen. De Vrije Hogeschool heeft absoluut een appèl gedaan op me, mijn horizon verbreedt en ik heb er dingen gedaan die ik nog niet eerder had gedaan. Dat is belangrijk en dat blijft belangrijk. Daarom ben ik vorig jaar ook de opleiding voor vegetarisch chef-kok gaan doen. Ze lacht: en misschien is een cursus boomchirurgie ook wel weer eens leuk. 

Meer portretten