50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI
Iemands drijfveren blootleggen is interessanter dan iemand veroordelen.
Interview door Joan Zijerveld
Menno Bentveld heeft niet bewust voor een carrière voor de camera gekozen. Op de Vrije Hogeschool werd zijn interesse in het perspectief van een ander aangewakkerd en leerde hij dat ‘anders’ niet per se ‘fout’ is. Voor zijn documentaireserie de Muur bezocht hij honderden muren over de hele wereld om te onderzoeken waarom mensen deze muren bouwen. Zelf heeft hij ook een muur gebouwd; namelijk rond zijn privéleven.
Het idee voor de televisieserie De Muur ontstond tijdens een gesprek met een collega bij de koffie-automaat. Aanleiding was de muur die in Israël wordt gebouwd om Israëli te beschermen tegen de Palestijnen. Ik las erover en had allerlei basale vragen. Wat verwachten de inwoners van Israël van zo’n zeven meter hoge muur? Wat doet het met je om naast zo’n muur te leven? Kunnen er mensen doorheen? Houdt die muur ook ergens op?
Tijdens de research voor het programma ontdekte ik dat er wel honderden muren zijn over de hele wereld. Wat levert dat op? Mensen die elkaar niet kennen en een beeld hebben of krijgen dat er iets verschrikkelijks achter die muur zit. Iets monsterlijks. Anders zou die muur daar niet staan. Ik wilde ernaartoe.
Het programma was een succes en we bezochten muren in Europa en in andere delen van de wereld. Een muur wordt vaak gebouwd vanwege de angst voor het onbekende. Enerzijds brengt het soms tijdelijk rust of veiligheid. Anderzijds vergroot het de afstand en het wantrouwen tussen mensen die aan weerszijden wonen.
Andere mensen kunnen ook angstaanjagend lijken. Ik ondervond dat zelf bij het maken van een aflevering over de muur tussen Mexico en Amerika, in de grensstad Tijuana. Hier leven mensen in reusachtige betonnen irrigatiekanalen die meestal droog staan omdat het er normaal gesproken nauwelijks regent. Deze mensen willen de grens oversteken. We stonden met z’n vieren een jongen uit Honduras te filmen, die naar zijn gezin in Amerika wilde reizen. Een indringend verhaal. Opeens komt er een groep kerels aangeslenterd. Mensen met vreemde ogen, ontbloot bovenlijf en overal tatoeages. Zoals bendeleden eruit zien in gevangenisfilms. Op dat moment zegt je intuïtie: wegrennen. Het verstandigst wat je op dat moment kunt doen, is toch gewoon een praatje maken: ‘Hé, hoe is het met jou?’ Ik legde uit dat we er zijn om ook hun verhaal te vertellen. Net zoals de meeste mensen vinden zij het ook prettig als er iemand naar hen luistert.
Je kunt de deur wel dicht slaan met een oordeel erover, alleen bereik je daar niks mee.
Iemands drijfveren blootleggen, is interessanter dan iemand veroordelen. In het radio- en televisieprogramma Vroege Vogels, dat vooral over die prachtige natuur gaat, laten we ook de andere positie of mening zien. Neem bijvoorbeeld de jacht. Veel luisteraars denken misschien: ‘Boe, we moeten geen dieren doodschieten.’ Waarom gebeurt het dan? Ik doe mijn best om me dan open te stellen, zodat ik het andere perspectief laat zien en daardoor het hele verhaal vertel.
Dierenpopulaties worden in Nederland beheerd, omdat we in een land wonen met meer dan zeventien miljoen mensen en ook een beetje natuur. Als dieren voor overlast zorgen of deze populaties te groot zijn, wordt besloten om een aantal dieren af te schieten. Dat gebeurt niet door boze jagers die dat alleen maar doen voor hun plezier. In overleg met staatbosbeheer en boeren geeft de overheid hiervoor een opdracht.
Het is makkelijk om een mening te hebben over andere mensen als je ze niet kent. Het is moeilijker om je open te stellen en te luisteren. Ook in de politiek. Als veel mensen stemmen op Baudet is dat een signaal en dan zal daar een verklaring voor zijn. Natuurlijk zitten daar rare types tussen, maar ook mensen die ergens bang voor zijn of zich zorgen maken. Je kunt de deur wel dicht slaan met een oordeel erover, alleen bereik je daar niks mee.
Achteraf denk ik dat mijn nieuwsgierigheid naar de andere positie of mening in ieder geval is aangewakkerd op de Vrije Hogeschool. Op de open dag van de Vrije Hogeschool, ongeveer 35 jaar geleden, legde een docent een potlood voor me neer op tafel. Hij zei; ‘Nu bekijk jij het potlood van die kant en ik van de andere kant. Als we omdraaien dan zie ik het van jouw kant en jij van mijn kant.’ Waarom het me aansprak weet ik niet. Is het zaadje op de Vrije Hogeschool geplant? Of zat het al in me? Het is waarschijnlijk een combinatie van aanleg en omgeving geweest.
Op de middelbare school was ik een sociale jongen die veel de aandacht trok. Gek doen en opmerkingen maken tijdens de les. Ondanks die drukte stuurden leerkrachten me niet naar de gang, want ik volgde de lessen wel op een eigen creatieve manier. Ik trad graag op de voorgrond. Als een docent poëzie ter sprake bracht, sprong ik op tafel om een gedicht van Gerrit Achterberg voor te dragen. Vanaf de tweede klas deed ik mee met het schooltoneel. Tijdens de Rome excursie in het eindexamenjaar nam ik Julius Caesar van Shakespeare mee om bij het bezoek aan het oude amfitheater in Ostia te spelen hoe Brutus Caesar doodstak in de Senaat.
Het heeft misschien met elkaar te maken, mijn interesse in het perspectief van de ander en acteren. Eigenlijk kruipt een acteur letterlijk in de huid van de ander. Na de middelbare school richtte de schooltoneelgroep een amateurtoneelgroep op. Tot mijn 31ste speelden we op allerlei plekken in Nederland Shakespeare, Goldini en Brecht. De acteurs en actrices studeerden allemaal ergens anders maar we waren een hechte groep. We zagen elkaar veel. Ik leerde ook dat mijn aanwezigheid anderen soms onterecht naar de achtergrond drong. Zij dachten misschien: ‘Laat ik mijn mond maar houden want Menno heeft wel een idee.’
De bijdrage van al die verschillende mensen inspireert me, juist omdat we zo verschillend zijn.
Hoewel ik graag op de voorgrond trad, moest ik wennen aan een carrière voor de camera. Ik koos niet bewust voor het televisievak. Het past bij me maar de publieke aandacht is soms lastig. Bijvoorbeeld wanneer ik samen met mijn broer in een café een biertje drink, hij een persoonlijk verhaal vertelt en iemand mij op dat moment aanspreekt. Dan gaat het weer over mij.
Mijn privéleven scherm ik liever af van het publiek maar ik kan niet alle interviews weigeren. Het is tot nog toe gelukt om maar twee keer ergens op pagina veertien van Story terecht te komen. Een eigen muur. Niet alleen om mezelf te beschermen. Ook de mensen dichtbij me, zoals mijn vrouw en kinderen. De aandacht voor het persoonlijke leven van bekende Nederlanders begrijp ik ook niet goed. Ik ben er zelf ook niet in geïnteresseerd want vakinhoudelijk voegt het niets toe.
Mensen zijn zo verschillend en ik heb intussen geleerd anderen meer ruimte te geven. Mensen zien er anders uit, kleden zich anders of zijn meer timide dan ik. Niet iedereen komt in een half uur met een paar oneliners. Bij BNNVARA werk ik bijvoorbeeld met veel jonge makers en stagairs. Mensen met allerlei verschillende achtergronden en expertise. Het is belangrijk om even de tijd te nemen voordat je een mening over iemand hebt. Het is leuk om te merken dat je een zwak ontwikkelt voor die ander. De bijdrage van al die verschillende mensen inspireert me, juist omdat we zo verschillend zijn.
Hoewel de Vrije Hogeschool zonder meer ook zweverig was, werden thema’s concreet gemaakt. Tijdens de lessen van onze mentor Michiel ter Horst was het anders doen of zijn een terugkerend thema. Hij leerde dat daar niks mis mee is. Tijdens zijn lessen besprak hij dat op een diepzinnige manier, maar hij liet het ook zien in simpele dagelijkse dingen. Bijvoorbeeld tijdens de lunch. Er zat een keer een meisje naast me met de kaasschaaf te klooien. Ik zei tegen haar: ‘Nee, dat moet je zo doen.’ Hij reageerde: ‘Dat kan, maar het lukt ook op haar manier. Op jouw manier krijg je misschien rechte plakjes en bij haar zien die plakjes er alleen maar anders uit.’
Hij was ook ontregelend op een bepaalde manier. Dan zaten we bijvoorbeeld in zijn kleine mentorkamer die naast de tuin lag. Plotseling zei hij: ‘Meekomen, nu, allemaal!’ En dan stapte hij uit het raam en natuurlijk gingen wij daar achteraan. We liepen een rondje door de tuin om vervolgens via de ingang weer terug te keren naar zijn kamer. Waarom hij dat deed vroegen we niet eens. Ik vond het geweldig en kan niet omschrijven wat het precies betekende. Het was anders, afwijkend en daardoor interessant.
Meer portretten