50 JAAR DWARSLOPEN:
50 PORTRETTEN VAN VRIJE HOGESCHOOL ALUMNI
Vijftig jaar Vrije Hogeschool
Mei 1968, een nieuw tijdperk breekt aan. Duizenden studenten van de Sorbonne staan op de barricaden. De studentenopstand staat symbool een verlangen naar vrijheid, democratie en mensenrechten. De verbeelding moet aan de macht. Over de hele wereld vindt deze eis weerklank. Ook in Nederland.
Aan de universiteit van Twente heeft een decaan het ene na het andere gesprek met jongeren die vastlopen in hun leven. Die decaan is Bernard Lievegoed. Het is december 1968 als Lievegoed samen met Adriaan Deking Dura en geestverwanten met het plan komt een cultuurcentrum te stichten waar de vrijheid geoefend wordt: drie jaar later is de Vrije Hogeschool een feit. In vijftig portretten willen we laten zien hoe het verder ging met die duizenden studenten die sindsdien na hun Vrije Hogeschooljaar de wereld in trokken en hoe uit al die levens iets oplicht van de grondgedachte van de Vrije Hogeschool.
Even doorzagen, even aanzetten
Volgens mensen als Bernard Lievegoed en Joseph Beuys was de roep om vrijheid, democratie en verbeelding alléén niet genoeg. Joseph Beuys vond dat het parlementaire systeem en zijn politieke partijen een onzekere en wankele structuur blijft als zij niet wordt aangestuurd door vrije mensen. Zonder die vrije mens gaat het niet. Daarom wilde Beuys dat er vrije scholen en universiteiten zouden zijn, centra waarin creativiteit wordt begrepen als een ‘wetenschap van vrijheid’. De bron van waaruit Lievegoed en Beuys spraken was de vrijheid van het geestesleven. Vanuit die impuls werd ook de Vrije Hogeschool in 1971 opgericht.
De omvorming van de samenleving is volgens Beuys en Lievegoed niet primair te verwachten vanuit het rechtsleven of het economisch leven. Zij moet allereerst plaatsvinden in de biografie van de individuele man of vrouw die de grote tijds vragen doorleeft. Alleen vanuit geestelijke volwassenheid en vrijheid kan het ‘ik’ ontstaan als de soevereine, de bepalende factor.
Vrijheid kan nooit het resultaat zijn van beslissingen van bovenaf. “Ik ben geen zielloze robot die alleen maar beleid uitvoert zonder zijn ware ik daarin te betrekken.” zegt oud-student Michel Rog, na een dramatische beslissing op een moreel kompas te blijven koersen, in een politieke omgeving van verworven macht. Vrijheid is niet het resultaat van theorieën en afspraken, maar van de onzekere, soms flakkerende, soms fel oplichtende momenten van verlichting die individuele mannen en vrouwen ontsteken in de korte tijdspanne die hun op aarde is gegeven.
“Elke keer dacht ik: daar is de bocht, daar moet ik naartoe. Even doorzagen, even aanzetten, eventjes taktak en dan ben ik bij de bocht…” zegt een van de alumni die onze collectieve hang naar een burn-out verwoordt. “De heftigheid van zijn stemmingen ontdekte ik pas toen ik bij hem introk” zegt een ander, die het menselijke verlangen naar liefde tot aan misbruik toe voerde. Toen zij ging voelen wat het met haar deed en in haar kracht ging staan, kon zij weggaan, waarna zij een zeer succesvolle uitgeverij oprichtte die draait om de grote literatuur van dit verlangen.
Onbepaald door het lot
En ja, de levens van de verzamelde mensen in deze portrettenreeks konden nauwelijks méér van elkaar verschillen. Zij hebben gaven noch overtuigingen, beroep noch milieu, land noch herkomst gemeen. Zij kennen elkaar nauwelijks, maar zij delen met elkaar de tijd waarin hun levensloop viel: het derde deel van de twintigste eeuw en de eerste decennia van de 21ste eeuw. De halve eeuw met zijn politieke vergezichten en catastrofes, zijn ecologische rampen, en zijn verbazingwekkende ontwikkeling van kunsten, wetenschappen en techniek. En hoewel dit tijdperk leven en werk van allen heeft bepaald, is er niemand van wie kan worden gezegd dat hij of zij erdoor werd geconditioneerd. ‘Onbepaald door het lot’ vonden zij al tastend en soms struikelend eigen wegen naar een nieuwe toekomst.
Elke geïnterviewde heeft een eigen verhaal en die persoonlijke verhalen zijn onderdeel van de grote krachten van een tijdperk, zoals een stromende rivier stenen polijst. Zo heeft de Vrije Hogeschool 50 jaar lang een gemeenschap van mensen gebouwd - ook nadat een brand in 2015 haar epoche op het landgoed De Reehorst beëindigde. Het is achteraf niet nodig gebleken om grote gebouwen op te zetten. Als je een gevoelig oog hebt, kun je het lichtende centrum dat de Vrij Hogeschool wilde zijn, in de biografie in elk van de vijftig geïnterviewden aantreffen.
De Vrije Hogeschool is niet een gebouw, maar een beweging en een vermogen om met grote oplettendheid de innerlijke veranderingen van de wereld na te voelen in het eigen leven. Het is een bepaalde gevoeligheid ontwikkelen, die niet verzuimt leven en werkelijkheid aan te passen aan de constante verandering van de wereld, op een manier die recht doet aan de geest waaruit de geïnterviewden leven. Het is op weg zijn, met een zuiver afgesteld kompas.
Uiteindelijk gaat het in al deze verhalen om het tevoorschijn denken van de tweede mens in ons, om het weerklinken van het wereld uur in de biografie, en de moed daar gehoor aan te geven. 1968 was een optimistische tijd, vol hoop. Die hoop dragen we in onszelf. Zij is een vorm van bewustzijn. Als zij niet in onszelf is, dan is zij nergens, zei Vaclav Havel. De Vrije Hogeschool is zo’n teken van hoop. Zij is ook na vijftig jaar in mensenlevens levend gebleven en verbindt inmiddels drie generaties. Wij zien de toekomst met vertrouwen tegemoet.
Gerrie Strik - 1 januari 2022